Over echtheid, schrijven en wat AI niet kan voelen
Toen ik 13 jaar geleden begon als zelfstandig communicatieadviseur, kreeg ik een (vast goedbedoeld) advies: noem jezelf copywriter. Dat zou beter verkopen, duidelijker zijn, meer indruk maken. Maar alles in mij verzette zich. Ik vond het alleen al een vreselijk woord.
Een woord dat me deed denken aan de jaren 90. De tijd van reclameteksten, brochures en slogans. Creatieve zinnen die ontworpen waren om iets te verkopen. En hoewel ik schrijven leuk vond, voelde ik me geen bedenker van slimme oneliners of commerciële teksten. Ik zag mijn toegevoegde waarde anders.
Communicatie is mensenwerk
Mijn kracht ligt in écht meedenken: goed luisteren, de juiste vragen stellen en aanvoelen wat er nodig is in communicatie. Ik ontwikkel strategieën die werken in de praktijk, help plannen tot leven brengen en loop tijdelijk mee binnen een organisatie. Ik vind het mooi om samen iets op te bouwen en het daarna weer los te laten, zodat het binnen de organisatie verder kan groeien. Mijn mensenwerk draait niet om verkopen, wel om samenwerken met aandacht en betrokkenheid.
Schrijven als rode draad
Overal om me heen zie ik verhalen. In wat mensen zeggen, in hoe ze kijken, in kleine momenten waar anderen misschien aan voorbijgaan. Schrijven voelt voor mij nooit als een verplichting, wel als een kracht waarmee ik kan uiten wat me raakt. Een jaar lang schreef ik wekelijks een blog. Niemand had me daarom gevraagd. Ik vond het mooie oefening om dat wat ik zie, hoor en voel in woorden en verhalen te delen. Schrijven bleef zo mijn rode draad, de manier waarop ik betekenis geef aan de wereld om me heen.
Nog meer mensenwerk
Inmiddels werk ik ook als coach en online trainer. En ook daarin is schrijven een belangrijk onderdeel van mijn werk en leven. Het helpt me helder nadenken, terugblikken, mijn boodschap te verwoorden én vaak ook zelf te begrijpen wat die boodschap eigenlijk is. Soms spar ik met AI, maar mijn echte inspiratie komt van binnenuit. Uit mijn leven, uit alles wat ik zie en meemaak.
Schrijven vraagt om meer dan handig zijn met taal en woorden. Het vraagt om een open blik naar buiten, zodat ik de verhalen om mij heen daadwerkelijk opmerk. En om een eerlijke blik naar binnen, om te voelen wat er in mij leeft, ook als dat ongemakkelijk is. Waar die twee elkaar raken, ontstaat er iets echts.
Soms voel ik me licht en heb ik veel inspiratie. Andere keren overheerst het donker, rauw of onzeker. Juist in dat contrast zit de bron van mijn werk, van mijn verhalen. Ik ben een mens. En ik maak dingen mee. Dingen die ik voel, waarin ook ik struikel, en elke dag leer. Ik heb een geschiedenis, net als de mensen met wie ik werk.
Ook mijn gevoelens zijn niet altijd fijn. Het gaat niet altijd goed. Maar het is precies dát wat mij echt maakt en wat mijn woorden kracht geeft.
Echtheid in een tijd met AI, voorbij Google
In een tijd waarin Google niet meer dé plek is om gevonden te worden, blijft voor mij één ding essentieel: echtheid. Laten zien wie ik ben, ook als dat kwetsbaar voelt. Juist dan kan er echte verbinding ontstaan. Ik hoef geen copywriter te zijn, sterker nog, dat wil ik ook niet. Een pakkende slogan verzinnen? Laat dat maar aan AI over. 
Voelen waar het donker is, weten hoe het is om te zoeken, om pijn te dragen, om opnieuw te beginnen, dat blijft mensenwerk. En dáár ligt mijn kracht. Woorden geven aan wat wringt, schuurt of mij raakt, zodat anderen zich erin kunnen herkennen.
Daarom blijf ik geloven in wat ik schrijf, want:
Echte verhalen geven licht waar het donker is.
Wil je ontdekken hoe ik mijn verhalen verweef in mijn werk als verbinder en coach? Kijk dan eens naar mijn volledig gratis online training. Misschien raakt het ook iets in jou.


 
                     
                     
                     
                    