De pomp ging tergend langzaam. Het leek haast een uitdaging tot een lesje geduld. 
Ik stond daar maar wat, in de zon, met mijn gedachten. 
Nog wat opruimen straks. Was vouwen. Zo’n zondag.
Bij de pomp aan de andere kant stopt een verlaagde Volkswagen. De raampjes open, de muziek zacht. Een jongen stapt uit. Onder zijn zonneklep houdt een durag zijn kroeshaar bijeen – ik weet niet of het tegen de zon is, of gewoon stijl. Hij zegt: ‘Hoi’.
Ik groet hem terug.
Hij begint aan zijn tankbeurt en vraagt dan, zomaar uit het niets:
‘Hoe gaat het?’
Ik kijk op, een beetje verrast.
‘Prima,’ antwoord ik. ‘Met jou?’
‘Ja, goed!”
En dan
‘Ik heb honger!’
Ik lach. ‘Ga naar de supermarkt dan.’
‘Nee joh,’ zegt hij. ‘Ik heb echt grote honger. Niet iets wat je snel fixt.’
‘Supermarkt én koken dan?’ zeg ik met een lach.
Hij schudt zijn hoofd. ‘Vandaag niet. Ik ga naar Almere. Caraïbisch grillen. Ken je dat?’
Ik knik alsof ik het ken.
‘Wat zijn jouw plannen?’ vraagt hij.
‘Tanken. De was doen. Beetje opruimen. Vanmorgen ben ik bij familie geweest.’
‘Ah,’ zegt hij, ‘een echte zondag dus.’
Ik voel een oordeel in mezelf omhoog komen: Wat ben ik saai!!
Snel zeg ik: ‘En morgen weer werken.’
Hij vraagt wat voor werk ik doe.
‘Communicatie.’
Klinkt vaag. Is het ook. Ik weet zelf ook even niet precies hoe ik het zou moeten uitleggen.
‘En jij?’ vraag ik.
‘Ik begeleid jongeren op een woongroep.’
Ik kijk hem aan.
‘Wauw. Mooi werk. Belangrijk ook.’
Hij knikt. ‘Ja, de kinderen zijn alleen wel wild.’
De pomp tikt traag verder. Mijn tank was bijna leeg, dus het lijkt een eeuwigheid te duren.
Ik vraag hem of hij de documentaire-serie van Nicolaas Veul over jeugdzorg kent.
Hij kent het niet, maar vraagt meteen:
‘Waar kan ik die kijken?’
‘NPO.’
‘Thanks, goeie tip!’ zegt hij enthousiast.
Eindelijk slaat mijn pomp af.
‘Fijne zondag. En smakelijk eten straks.’
‘Jij ook een mooie dag. Succes met je was.’
Ik stap in. En blijf even zitten.
Er was iemand die me zag.
Die zonder bedoeling of verwachting een praatje maakte.
Dat raakte me.
We kunnen dat vaker doen, denk ik. Openstaan voor een ander. Iemand echt zien. Gezien worden.
De traagste pomp gaf die dag een mooi moment.


 
                     
                     
                     
                    